Zaandijk Tuinkade
Ansichtkaart Zaandijk Tuinkade
Categorie: Noord-holland > Zaandijk
Conditie: Nieuw
Periode: 1940 - 1969
3,00
Verkoop door KVR
Cees Voort schreef op 26-11-2024
Tuinkade
Schurk, zo noemden wij hem, mijn broer en ik. Dat kwam denk ik door die ruige kop en dat platte Zaanse of ietwat bargoense accent dat hij hanteerde. M'n broer had dat pseudoniem bedacht en dat paste wel bij zijn uiterlijk. Wie weet wat een aardige man het is, zei moeder dan. Ze was doopsgezind hè, niet echt praktiserend, maar toch. Wij bleven hem een boef vinden maar Pa kende 'm wel en zei ook dat hij de kwaadste niet was.
Wij woonden aan de Tuinkade in Zaandijk. Aan de even kant. En vóór onze rij huizen was een vrij brede sloot – het heette niet voor niets kade. Later zijn we verhuisd naar de oneven kant maar daar was ons kamertje aan de achterkant, wel op het zuiden maar niet aan de slootkant...
Het zal vermoedelijk niet in de zomer geweest zijn maar eerder op mooie dagen in oktober, misschien begin november, want Gerrit, dat was Schurk z'n echte naam, was een jager. Amateur. En een fluiter. Hij ging dan in het Westzijderveld, het uitgestrekte gebied van zompig laagveen ten westen van de Zaanstreek, dikwijls op eenden en hazen schieten. Vooral hazen waren geliefd in die tijd. En een mooi wild eendje, ook nooit weg. Amateur, dat wel. Wat was zijn beroep? Ik weet het niet, en ik kan het niemand meer vragen...
Hij had zijn bootje liggen aan het einde van de Domela Nieuwenhuisstraat, die doodliep bij de sloot die grensde aan het Land van Lo, van boer Krijt dus. Het Groene Hart van Zaandijk! Hij had er dus alle belang bij dat plannen om die straat te verlengen en de twee stukken Goeman Borgesiusstraat aan elkaar te knopen, op de lange baan werden geschoven door de toenmalige burgemeester. Die had het nogal druk. Waarmee, dat weet niemand. Gelukkig maar voor onze jagerman, want als dat Groene Hart zou verdwijnen, dan was hij zijn mooie stekkie voor dat bootje kwijt!
Fluitend roeide hij zijn oude jol door de nog rimpelloze sloot. Die sloot waar ik het net over had. Dan was het heel vroeg in de morgen, de zon was net op, en ergens in de verte hoorde je het piepen van roeiriemen, ja, die piepten altijd, steeds luider werd het, en dan het geluid van iemand die floot. Schurk! riep mijn broer en meteen gingen we snel bij het raam van ons kleine gezamenlijke slaapkamertje staan om te kijken en ja hoor, daar gleed hij met ontspannen en geroutineerde slagen door de gladde sloot, terwijl hij in diepe beleving en met genietend opgeheven hoofd een prachtige melodie floot. Het Slavenkoor. Va, pensiero. Achter hem golfde het water flink en op korte afstand van elkaar waren donkere plekken waar de spanen de modder van de bodem omhoog hadden gewoeld. Het welluidende schouwspel duurde hooguit twee minuten, zo lang als het duurde om van brug naar brug te roeien. Onze kade lag tussen twee houten bruggen in, vóór de eerste brug was hij nog in een bocht en na de tweede brug was hij alweer uit zicht, onder de provinciale weg en de spoorlijn.
Of hij het in de goede toonsoort floot, dat weet ik natuurlijk niet, zeker niet na al die jaren.. Het is in Fis, weet ik nu. Zes kruisen.. Best kans dat Gerrit nog nooit van toonsoorten had gehoord. Maar hij floot loepzuiver. Fluiten is zingen met de lippen. Net als zingen kun je het in elke denkbare toonsoort doen en van een goede fluiter klinkt het altijd prima.
Jaren later mocht ik meezingen in het Slavenkoor, bij Thalia, de Amsterdamse operettevereniging. Tijdens het zingen sloot ik even mijn ogen en dan zag ik die ouwe schurk weer in zijn jolletje door die sloot glijden. Met zijn dubbelloops binnen handbereik.
In Schoorl heb je De Rustende Jager. Maar in Zaandijk hadden wij een Fluitende Jager. En da's ook niet gek.