Leiden Hortus Botanicus


kaart

Ansichtkaart Leiden Hortus Botanicus


Categorie: Zuid-holland > Leiden

Conditie: Nieuw

Periode: 1920 - 1939


2,00

Verkoop door KVR


T.I. schreef op 23-04-2024

De Hortus botanicus Leiden is de oudste botanische tuin van Nederland en is in 1590 opgericht aan het Rapenburg.

De tuin is vanaf het begin toegankelijk geweest voor het publiek, wat vooral in de zestiende en zeventiende eeuw een uitzondering was.

Na de stichting van de Universiteit Leiden in 1575 bleek het wenselijk om een 'hortus medicus', een tuin waarin studenten geneeskunde geneeskrachtige planten konden bestuderen, aan te leggen. Op 15 maart 1587 deden enkele bewindvoerders van de universiteit aan het gemeentebestuur het verzoek om de onbebouwde grond achter het Academiegebouw aan het Rapenburg ter beschikking te stellen voor de aanleg van de tuin voor het onderwijs in de geneeskunde. Drie jaar later, op 9 februari 1590, werd het perceel van circa 1250 m² aan de universiteit overgedragen. Dit wordt algemeen gezien als de stichtingsdatum van de botanische tuin.

In 1593 werd Carolus Clusius hoogleraar aan de universiteit en de eerste directeur (praefectus horti) van de tuin. Al in 1592 stuurde de Oostenrijkse diplomaat Ogier Gisleen van Busbeke hem tulpenzaden. Ook in dat jaar had Clusius al zaad van 251 plantensoorten vanuit Kreta naar Leiden laten zenden. In 1594 werd de tuin beplant.

Van 1709 tot 1730 was Herman Boerhaave directeur. Onder zijn leiding werd het aantal plantensoorten uitgebreid tot 5846.

Onder het directoraat van Adriaan van Royen van 1730 tot 1754 werd het oppervlak verdubbeld en reikte de tuin tot aan de stadswal (waar zich nu de Witte Singel bevindt). Hij maakte de komst mee van Carl Linnaeus, die in de jaren 1735-1737 regelmatig de botanische tuin bezocht.

Van 1754 tot 1786 was David van Royen directeur. Van 1752 tot 1814 was Nicolaas Meerburgh eerst onderknecht en later hortulanus.

Onder het directoraat van Sebald Justinus Brugmans van 1786 tot 1819 kreeg de tuin de grootste oppervlakte in zijn bestaan.

Tijdens de Franse bezetting reisde hij naar Parijs om met de machthebbers te overleggen over hun plannen met de universiteit en de botanische tuin. Waarschijnlijk leidde dit ertoe dat de botanische tuin behouden bleef en dat de universiteit niet werd gesloten, zoals wel gebeurde met de Universiteit van Franeker en de Universiteit van Harderwijk.

In 1857 werd de botanische tuin gedwongen grond over te dragen voor de bouw van de Sterrewacht.


Geef alstublieft een score aan dit verhaal en voer uw naam en e-mailadres in ter verificatie in verband met het tegen gaan van fraude. Uw persoonlijke gegevens zullen verder niet worden gebruikt of getoond.